De zomertijd gaat in de nacht van zaterdag op zondag in. De klok gaat vooruit en dat kunnen we best merken. Onze biologische klok raakt van slag.

Marijke Gordijn, chronobioloog aan de Rijksuniversiteit legt uit waarom. ‘We hebben een biologische klok in onze hersenen. Die geeft ons lichaam aan hoe laat het is. Zoals de ouderwetse horloges is dat iets langer dan 24 uur.’

Vroeg opstaan is moeilijk
‘Dat maakt dat we eigenlijk altijd iets later op willen staan en iets later naar bed gaan iedere dag weg. Ineens een uur vroeger opstaan, zoals we straks moeten, is moeilijk.’

Het probleem zit volgens Gordijn niet in een keertje kort slapen. ‘Maar in dit geval is het een hele week blijvend. Bij een heel grote groep past de biologische klok zich niet direct aan. Zeker de eerste vier weken niet. Dat betekent dat je steeds opstaat en slaapt op een tijd die voor jou niet optimaal is.’ Haar tip voor dit weekend: op tijd naar bed en bouw geen slaaptekort op.’

Gezondheidsproblemen
Gordijn noemt slaaptekort, een kort lontje, maar ook gezondheidsproblemen op lange termijn als gevolgen van de zomertijd. Vooral bij kwetsbare groepen, zoals hartpatiënten. ‘Dit is onderzocht. In de week na het ingaan van de zomertijd treden er meer hartinfarcten op dan in de week ervoor. Als we ‘teruggaan’ in de herfst is dat niet het geval.’

Reden genoeg voor Gordijn om de zomertijd af te schaffen en de wintertijd te behouden. Dat de zomertijd moet wijken, heeft te maken met feit dat het anders in de winter pas om kwart voor tien licht zou worden. Bovendien is de wintertijd ‘de oorspronkelijke tijd’.

Pasen een zegen?
Het ingaan van de zomertijd valt dit jaar samen met Pasen. Een dagje extra om te wennen. Al gaat deze vlieger volgens Gordijn niet op. ‘We gaan zondag niet ineens een uur eerder naar bed, dus hebben we maandagochtend een probleem. Nu hebben we eigenlijk drie dagen waarin we onze biologische klok iets later zetten. Dinsdag moeten we ineens vroeg op. Ik denk dat het probleem dan alleen maar groter is.’